Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet...

Geduldig staan we bij de kassa van de supermarkt te wachten, terwijl de nagels ons om de oren vliegen. De man achter de kassa moet eerst zowel zijn vinger- als zijn teennagels knippen voordat hij ons kan helpen met afrekenen. De aankoop was ook niet helemaal geslaagd: shampoo die ruikt naar tandpasta, en tandpasta die ruikt naar shampoo. De kleine supermarktjes in Costa Rica zijn een belevenis opzich, je weet nooit hoelang en waarop je moet wachten. Zo hebben we een keer tien minuten gewacht omdat de eigenaar eerst zijn blikje rum-cola moest leegdrinken voordat hij ons kon helpen. Het draait allemaal maar om 1 woord: "tranquilo"...

Wachten moeten we ook als we onze auto gaan ophalen, Brutus de jeep. We vertrekken om half 6 in de morgen met de boot door de mangrove jungle. Bij ons in de boot zitten mensen die elke dag zo naar hun werk gaan. Dat is nog eens wat anders dan elke dag met de auto door het platteland naar Witmarsum, of all places! Na de boottocht moeten we met twee verschillende bussen. Streekbussen uiteraard, dus het is weer erg knus en gezellig. Ruim op tijd zijn we op de plek waar we Brutus kunnen ophalen. Brutus zelf verschijnt echter twee uren te laat. Hierdoor moeten we het laatste stuk naar het hotel in het donker afleggen. In Nederland is dit natuurlijk geen probleem, hier wel. Het laatste stuk naar het hotel smeekt niet echt om een roadtrip, lees: onverhard, vol met gaten en geen verlichting. Het enige wat we kunnen doen is langzaam rijden en "turen". "Huh, zie ik daar nou een heks staan?!" "O nee, het is een tak." "Huh, wat doet die man daar in de struiken?" "O nee, het zijn bladeren." Het mooie is dus dat je denkt dat je in het donker minder ziet, maar eigenlijk zie je veel meer!

Dit blijkt ook wel tijdens onze "nightwalk" door de jungle. Als het donker is gaan we gewapend met zaklamp en gids de jungle in. Na twee meter zien we al een slang die zo giftig is, dat als je gebeten wordt, je binnen twee uur dood bent als je geen antigif krijgt. Door heel Costa Rica zijn klinieken met antigif, de kliniek bij ons in de buurt gaat echter om 18.00 uur dicht, aldus de gids. Ik kijk op mijn horloge: 18.01... Een meter verderop zien we een schorpioen, ook giftig aldus de gids. Meteen stop ik mijn broek in mijn sokken, maar toch heb ik de hele tijd overal jeuk. Opeens begint de gids te rennen, terwijl hij gilt dat wij hem moeten volgen. Al strompelend over wortels, terwijl de takken in ons gezicht striemen, rennen we achter de zaklamp van de gids aan, die steeds verder van ons verwijdert raakt. Als de gids stopt en op de bomen schijnt roept hij: "Olingo" "Olingo". Even denk ik dat hij gewoon gek is, en dat we in het pikkedonker, midden in de jungle met een freak zitten opgescheept. Maar in de bomen blijkt een beest te lopen, een olingo of in normaal Nederlands een slankbeer. De gids raakt bijna buiten zinnen van vreugde. Hij laat ons zijn kaartje zien met wilde dieren in Costa Rica. Bij de olingo staat een rood sterretje, net als bij de jaguar. Dit wil zeggen dat het een "lastig in het wild te spotten" dier is. Als de gids weer een beetje tot zichzelf gekomen is, moeten we eerst weer een stukje teruglopen want hij heeft net in een boom, terwijl het donker is en we aan het rennen waren, een slapende kolibri gezien. Oké, dus toch een freak! We zien nog een hele familie coati's, luiaards, een kinkajoe en twee enorme tarantula's.

In Costa Rica begint het afvinken dan ook pas echt: krokodil...check! Kaaiman...check! Wasbeer...check! Papegaai...check! Toekan...check! Tropische otter...check! Leguaan...check. Neusbeer...check! De eerste neusbeer die we overigens zien, rijden we op een haar na, niet dood. Gelukkig maar, want het zou toch sneu zijn als onze eerst gespotte neusbeer, een dode neusbeer is.

We gaan nu proberen alle spullen die ik heb gekocht in de rugzakken te krijgen. Ik ben bang dat Rik toch wat kleding of een jas zal moeten achterlaten!

You're on your own now...

Drie dagen hebben we gezocht, drie hele dagen gezocht naar een vogel die het geluid maakt van een kalkoen die aan het bevallen is. We horen hem minimaal tien keer op een dag en overal waar we komen. Maar nooit konden we zien welke vogel het geluid produceerde. Het was inmiddels een obsessie geworden om het beest te vinden. Een vogel die zoveel geluid maakt, moet wel een hele mooie vogel zijn zou je denken. Helaas, na drie dagen ontdekken we hem dan, hij is gelijk van zijn cultstatus ontdaan. Een zwarte, lelijke vogel, zelfs Dolf uit Alfred Jodokus Kwak ziet er nog mooier uit.

Om van Boquete naar Bastimentos te komen, moeten we met de boot. Althans dat dacht ik, maar ik heb het weer mis! Het is geen boot, maar een badkuip met een race-motor erachter. Bij elke golf vliegt het badkuipje bijna over de kop. Het enige wat je kunt doen is stevig vasthouden, en hopen dat je goed verzekerd bent.

Op Bastimentos slapen we in een hutje van gaas en boomstammen. Je mag hier niet met schoenen binnen komen want dan gaat er "energie" verloren. Je kunt alleen energie krijgen als je op blote voeten loopt, aldus de eigenaar. Ik weet niet of hij zijn eigen voeten wel eens heeft bekeken, maar dat ziet er niet goed uit. Ik besluit ter plekke dat ik liever nooit meer "energie" krijg, dan dat mijn voeten er zo uit gaan zien!

Bastimentos valt onder de provincie Bocas, en bestaat uit zowel bewoonde als onbewoonde eilanden. Natuurlijk moeten we ook zo'n onbewoond eilandje bezoeken, dus gaan we met zo'n badkuipje in vliegensvlugge vaart erheen. Nouja, niet helemaal, we varen totdat we het eiland kunnen zien. De rest moeten we zelf maar uitzoeken, een onbewoond eiland heeft immers geen aanlegsteiger. Ik weet nog net een zwemvest uit het badkuipje mee te grissen, voordat we overboord gezet worden. "You're on your own now" schreeuwt de badkuipschipper nog. Als verzopen katjes komen we aan op het eiland, terwijl we in de verte de badkuip zien verdwijnen....

Inmiddels hebben we in Panama al de nodige dieren gezien. Grote dieren zoals: dolfijnen, luiaards en apen, maar ook veel kleine, en dan vooral op onze kamer. Rik probeert het altijd zoveel mogelijk te verdoezelen, maar als ik hem met een slipper uit de badkamer zie komen weet ik weer genoeg. Elke keer als we uitchecken krijg ik een stand door van de insecten die op de kamer zaten: "3 spinnen, 1 kakkerlak, 2 torren en 1 mini-schorpioen...deze kamer viel erg mee" aldus Rik.

Vanuit Panama gaan we door naar Costa Rica. Als ik het busje zie waarmee we reizen, weet ik al genoeg. Dit is weer zo'n busje dat halverwege uit elkaar valt en stuk gaat. En ja hoor, precies halverwege houdt de motor er mee op. Gelukkig precies op een heuvel, zodat we hem aan kunnen duwen in de hoop dat hij rollend weer aan de praat raakt. Maar onderaan de heuvel doet het busje nog steeds niks. Nu gaat een ander busje ons bovenop de volgende heuvel trekken, en dan begint alles weer opnieuw, aanduwen, vlug in de auto springen en hopen dat hij het weer gaat doen. En deze keer lukt het ook nog, het busje doet het weer. Zo komen we toch nog aan in Costa Rica!

Tot je nek in de drek...

We leven nog! "Snowzilla" is langs geweest. Maar liefst 3 hele centimeters sneeuw heeft deze historische sneeuwstorm opgeleverd. Gelukkig hadden we onze "skinny popcorn" anders hadden we het nooit gered! Door deze verschrikkelijke storm vliegen we wel pas anderhalve dag later dan gepland naar Panama City. Hierdoor moeten we de eerste "must sees" net iets sneller doen dan we hadden gewild. Blijkbaar heeft de taxichauffeur, die ons van de luchthaven naar het hotel brengt, dit ook door. Hij rijdt ons mucho, mucho rápido door het verkeer. Zijn stoel staat in de ligstand. Zoals wij in de zon liggen, zo ligt hij in de auto. Zijn binnenspiegel heeft hij een kwartslag gedraaid, zodat deze verticaal staat. Waarschijnlijk zodat hij, als hij zijn hoofd optilt, nog nét iets in de binnenspiegel kan zien. Natuurlijk bevinden zich achterin de taxi geen werkende gordels, maar die heb je ook niet nodig als je zo hard rijdt. We hebben hier een nieuw reiskarma voor bedacht: "hoe sneller de taxi rijdt, hoe minder tijd we in de taxi doorbrengen, hoe minder kans op ongelukken!"

We blijven maar één nacht in Panama City en gaan langs bij het Panamakanaal. Vervolgens gaan we door naar Boquete, hier kun je namelijk heel goed wandelen! Om hier te komen moeten we eerst acht uren met de bus naar David, vanaf daar is het nog anderhalf uur met een streekbus naar Boquete. Hier is een streekbus hetzelfde principe als wanneer je van Heerenveen naar Jubbega gaat met de bus, maar dan net een beetje anders. De bus is een oude, afgedankte schoolbus met bankjes erin en open raampjes. Op deze bankjes kunnen twee mensen zitten. Althans dat dacht ik, maar dit blijkt niet zo te zijn. Op deze bankjes kunnen drie of vier mensen zitten. Zo beland ik dan ook half op schoot bij een vrouw die bezig is met het likken aan een ondefinieerbaar stuk voedsel. Half bij mij op schoot komt een andere vrouw, met een baby op schoot. De baby begint onmiddellijk aan mijn haar te trekken. Ik kan hier niets tegen doen, want inmiddels kan ik mij niet meer bewegen. Als de baby haar handen vol heeft met de haren die ze uit mijn hoofd heeft getrokken, vindt de moeder het welletjes, en gaat de baby borstvoeding geven. Dit terwijl de baby geheel bij mij op schoot ligt. Als ik een blik achterom werp, zie ik Rik zitten met twee harige mannen op schoot. De "dit is awkward" grens zijn we inmiddels allang gepasseerd. Als je dan denkt dat je alles hebt gehad, kan het toch nog erger. Het is gaan regenen, en de regen valt natuurlijk ook door de openstaande raampjes van de bus.

Na anderhalf uur komen we dan eindelijk aan bij ons hotel in Boquete. Het vrouwtje dat open doet spreekt alleen Spaans. Haar naam is Mama, althans dat denk ik, omdat ze de hele tijd op zichzelf wijst en dan mama roept. Mama neemt ons mee naar onze bungalow. Als we hier aan komen, blijkt er een kat voor onze deur te zitten. Mama knielt gelijk neer bij de kat, en begint het beest te aaien terwijl ze heel hard giegelt. Dit tafereeltje gaat tien minuten lang door, terwijl wij toekijken met twee zware rugzakken op. Als het kattenvrouwtje Mama dan eindelijk klaar is met het aaien van de ranzige kat, kunnen we naar binnen. Ik gooi de deur van de bungalow extra hard dicht. Zo, van die kat hebben we voorlopig geen last meer! Het kattenvrouwtje blijkt toch Engels te kunnen, "non-smoking" zegt ze. We roken niet, zegt Rik, dus dat is prima. Hierop begint Mama heel hard te giegelen en kruipt tegen Rik aan. We snappen niet precies wat hier zo grappig aan is. Later blijkt dit het wifi-wachtwoord te zijn. Mama houdt nog een heel verhaal in het Spaans, maar met lichte dwang weten we haar de deur uit te werken. Eenmaal buiten is ze ons op slag vergeten, want ze gaat druk op zoek naar de weggelopen kat.

In Boquete gaan we natuurlijk wandelen, of hiken, zoals ik van Rik moet zeggen, want wandelen is voor bejaarden! We gaan hiken naar "the three lost waterfalls". Eerst gaan we met de taxi die ons uiteraard, om benzine te besparen, er al een stuk eerder uit gooit. Hierdoor kunnen we nog anderhalve kilometer extra "hiken". De weg begint bij een brug over de rivier die je, op zijn best gezegd, wankel kunt noemen. Om de beurt en snel lijkt ons de beste methode om eroverheen te komen. Vervolgens lopen we door de jungle waar we soms met touwen omhoog moeten. Het lukt ons om alledrie de watervallen te bereiken, maar we zijn wel van onder tot boven zwart van de modder. Bovendien is mijn broek gescheurd, omdat ik uitglijd en land op een steen. De terugweg loop ik dan ook de hele tijd met mijn handen voor mijn billen, omdat ik anders net iets teveel info prijs geef. Je weet maar nooit of zo'n hoyhoy luiaard het ziet. Nadat we vijf uren hebben gelopen en drie watervallen hebben gezien, moeten we natuurlijk ook weer terug naar het hotel. Er zijn hier geen taxi's, maar we hebben gehoord dat er wel een bus moet rijden. We weten alleen niet precies waar. Al snel zien we een groep mensen staan, dit is blijkbaar de bushalte. Als de bus komt, kunnen wij niet meer mee, de bus is vol. Er zit niets anders op dan te wachten tot er nog een bus komt. Na vijf minuten komen er twee Amerikanen in een huurauto langs, we zijn dit stel ook al eerder tegen gekomen, toen stond de man erop om een "walking stick" voor ons te maken, met zijn supersonische zaagzakmes. Gelukkig kunnen we meerijden, en komen we toch weer aan in Boquete.

Start spreadin' the news...

"Waar gaat de reis naartoe?" "New York" "chill" volgens de douanebeambte op Schiphol, die achteloos het paspoort bekijkt. Natuurlijk is dit "chill", dit is de makkelijkste vraag tot nu toe. Voordat deze vraag kwam, was er al een hele lijst met moeilijke vragen die allemaal beantwoord moesten worden. "Heeft u een besmettelijke ziekte?" "Had u tijdens de Tweede Wereldoorlog banden met het naziregime?" "Bent u een spion?" "Bent u een terrorist?" Best lastig, maar gelukkig komt er op deze manier geen enkele spion of terrorist de Verenigde Staten binnen! In het vliegtuig worden de vragen nog moeilijker, of ik misschien slakken of insecten bij me heb? Ben ik de laatste tijd in de buurt geweest van vee? Of erger nog, heb ik vee aangeraakt? Bij deze vraag twijfel ik wel, zou Rik ook onder boerderijdieren vallen? De meest lastige vraag lijkt een makkelijke, maar is het niet: kom je voor vakantie of zaken? In eerste instantie denk je vakantie, maar volgens Carrie Bradshaw zijn Manolo Blahnik's in januari in de aanbieding. Dit vind ik dan weer keihard zaken doen!

Het eerste wat je natuurlijk doet als je in New York bent is hamburgers eten en cola drinken. Hierbij moet je niet de fout maken, zoals Rik deed, om niet voor de kleinst mogelijke portie te gaan. Rik bestelde de medium optie, het gevolg hiervan was dat we opgescheept zaten met een liter cola en vier kilo eten. Ook de eerste zwerver die we tegenkomen houdt van hamburgers, hij vraagt dan ook niet om geld om te kunnen overleven, maar geld voor een hamburger bij de Burgerking. Blijkbaar is dit behoorlijk effectief, want "obesed" is bij deze zwerver nog zwak uitgedrukt.

Natuurlijk mogen alle highlights niet ontbreken. We lopen door Central Park, bekijken in het Museum of Modern Art de meesterwerkjes van Van Gogh, Picasso en Mondriaan, met als absoluut topstuk een schilderij van Conchita Wurst avant la lettre. We lopen over de Brooklyn Bridge, staan op het Empire State Building oog in oog met Hugh Jackman, varen langs het vrijheidsbeeld en eten in Chinatown. Dit alles bereizen we met de metro, met een coffee to go in de hand. In de metro gelden wel regels, deze worden duidelijk uitgelegd op een bordje in de metro. Regel 1: de paal in het midden van de metro is om vast te houden, niet om je laatste trucjes te laten zien. Jammer, want ik had net zo'n zin om mijn laatste paaldansact op te voeren! Regel 2: niet in de buurt van de rand komen, jaarlijks vinden er 144 ongelukken plaats. Regel 3: niet niezen in iemands gezicht, maar in een zakdoek of in je elleboog!

Bijna alle reclames op tv gaan over verzekeringen, eten en maagtabletten. De mooiste reclame gaat over het ontbijt. In de metro staan twee mannen met hun ontbijt. De ene man heeft een zak patat, de andere een hotdog en een broodje hamburger. Het is druk in de metro, ze moeten staan en zich vasthouden aan de paal in het midden. Nu hebben ze een probleem, ze kunnen niet eten, ze hebben maar 1 hand beschikbaar. Als ze het toch proberen, vliegt al hun eten door de metro op de andere passagiers. Gelukkig is hier een oplossing voor: one hand breakfast! Een ondefinieerbaar hompje eten met gesmolten kaas in een kartonnetje, zodat je het met 1 hand kunt vasthouden en eten! Echt geniaal!

"Snowmageddon", "Snowzilla", "Snowpocalypse", "Historic Epic Monsterstorm", het beestje heeft in ieder geval een naam! Om de haverklap is De Blassio op tv, de storm die eraan komt is "the worst you've ever seen" we moeten binnen blijven, dit is een kwestie van leven of dood, aldus De Blassio. Vanaf 23.00 uur mag geen auto meer de weg op, en al het openbaar vervoer stopt met rijden. Bovendien moeten we genoeg eten en drinken inslaan. Godzijdank hebben ze hier in de supermarkt "skinny popcorn guilt free"! Hiermee komen we de storm wel door!

De abiotische milieufactoren

"Hamid, ik hoor de kamelen nog!" "Nee, dat is de moskee" Oeps! Vanuit Merzouga rijden we naar Boumalne Dades en onderweg maken we nog een kleine omweg door de Todra kloof. In Boumalne slapen we in een ecolodge. Dit is geen "bewuste" keuze, het was nou eenmaal het goedkoopste wat we konden vinden. We zijn de enige gasten en dit zullen we weten ook! Lahcene, de eigenaar, volgt ons overal. Eerst moeten we zijn vrouw en kinderen allemaal een handje geven en dan brengt hij ons naar onze kamer. Lahcene gaat er gezellig bij zitten terwijl wij onze spullen uitpakken. Hierna gaan we thee drinken met Lahcene, terwijl zijn vrouw eten voor ons kookt. Tijdens het eten komt hij natuurlijk ook bij ons aan tafel zitten en kijkt hoe wij eten. We mogen na het eten zijn toeristendiploma bewonderen en Lahcene gaat uitgebreid vertellen over vogels, inclusief plaatjes, want alle vogelboeken zijn door Lahcene uit de kast gehaald.

We hebben deze ecolodge de dag ervoor via internet geboekt. In de beschrijving staat dat je vanuit de kamer een "panoramisch" uitzicht hebt op de tuin. Dit is waar, alleen is de tuin een enorme lelijke zwijnenstal, maar je hebt er absoluut uitzicht op! Op een ecolodge wordt er natuurlijk goed op het milieu gelet, dit blijkt al bij de wasbak. De wasbak is zo lek, dat je bij het tanden poetsen ook gelijk je voeten wast. Goede zaak! Ook bij de douche heeft Lahcene aan het milieu gedacht. Er komt zo weinig water uit, dat je maar niet gaat douchen. Goed bedacht! Om gebruik te maken van wifi, moet je buiten gaan staan. Dit is ook goed voor het milieu, zo maak je veel minder gebruik van al die milieuonvriendelijke elektronica!

De volgende morgen, bij het ontbijt, zit Lahcene natuurlijk weer gezellig bij ons. Lahcene eet nu zelfs mee! Hij pakt wat brood, doopt het in wat ecologische olijfolie, neemt een hap, en legt de rest weer bij het andere brood. Dit is vast goed voor het milieu, ik weet alleen nog niet precies op welke manier.

We rijden vandaag eerst een klein stukje terug om een andere kloof te bezoeken, waarna we via de Rozenvallei naar Ouarzazate gaan. Lahcene stelt voor dat wij, als we terug komen van de kloof, hem ophalen zodat hij met ons mee kan naar de Rozenvallei en ons daar van alles over kan vertellen. Omdat we Lahcene een heeeel klein beetje te opdringerig vinden slaan we zijn aanbod af. Als we terug komen uit de kloof, en weer door Boumalne rijden, zien we langs de kant van de weg iemand heel druk zwaaien en gebaren. Als we dichterbij komen, zien we dat het Lahcene is. O NEEE! Meteen geeft Rik extra gas, dit is niet erg milieuvriendelijk, maar het is de enige manier om van Lahcene af te komen. In volle vaart rijden we Lahcene voorbij. Doei Lahcene!

Aan het begin van de avond komen we aan in Ouarzazate. Het is etenstijd en we zoeken een restaurantje op. Het ziet er goed uit en het eten smaakt prima. Als we het op hebben, ziet Rik ineens iets liggen op het muurtje naast onze tafel. Als we goed kijken zien we wat het is; een muizenkeutel! Terug in het hotel lijkt 1 preventieve Norit ons niet voldoende, en we eten het hele pakje leeg. Better safe than sorry!

Overal waar we komen trekt Hermien de nodige aandacht. Hermien is wit, maar overal zitten bruine vlekken. Het lijkt zand maar dat is het niet. Eigenlijk weten we ook niet precies wat het wel is. Als we tanken wordt aan Hermien gekrabd, parkeren we Hermien ergens dan moet iedereen even aan de bruine vlekken voelen en "je moet je auto wassen" hebben we al heel vaak gehoord. Gelukkig rijdt Hermien wel prima!

Inmiddels begrijpen we de verkeersregels ook iets beter. De grootste auto gaat altijd voor. Hermien is heel klein, dus wij moeten altijd wachten. Als de auto voor je, richting aangeeft naar rechts, dan kan dit meerdere dingen betekenen. Meestal betekent dit dat je in kan halen, een enkele keer betekent het dat de auto af gaat slaan en vaak betekent het ook helemaal niks. Als een tegemoet komende auto naar je seint betekent dit soms dat er verderop een politiecontrole is, wat het verder betekent zijn we eigenlijk nog niet achter. Verder zijn er langs de weg veel mensen die denken dat wij eksters zijn. Om de paar 100 meter staat er iemand met een steen die glinstert. En toen Rik een keer wilde keren maar het heel druk was, hield een agent even al het andere verkeer tegen. Zijn ze toch niet helemaal voor niets!

Vlakbij Ouarzazate bezoeken we nog Ait Ben Haddou waar veel bekende films zijn opgenomen, zoals Gladiator en Babel. Hierna rijden we door de bergen en de sneeuw terug naar Marrakech, waar we met pijn in het hart afstand doen van Hermien. Doei Hermien!

Fatima Tajine

Chefchaouen heeft ook een medina (=doolhof), maar lang niet zo ingewikkeld als de medina van Meknes. Als we 's middags door de medina lopen, houdt een oud vrouwtje mij aan. Ze staat in een winkeltje vol tubes, potjes en flesjes. Ze fluistert dat ze wel iets heeft voor "letting grow hair". Verbaasd kijk ik haar aan, mijn haar is toch lang genoeg? "No, for boyfriend", en ze drukt een flesje in mijn handen. "Take, it's gift!" Tsjah, je weet maar nooit, en snel stop ik het in mijn tas. 's Avonds bestudeer ik het flesje, de inhoud is groen en er staat een plaatje van een sprinkhaan op. Geplette sprinkhaan misschien? Even twijfel ik of het geen kwaad kan. Maar ach, veel erger kan het in ieder geval niet worden! Zonder dat Rik het door heeft smeer ik wat van het spul op zijn hoofd. Geduldig wacht ik af. Na een paar minuten kijk ik nog eens, maar er gebeurt niets. Morgen nog maar eens proberen dan!

Chefchaouen ligt tussen de bergen, en op een van die bergen staat een moskee. Aan het eind van de middag lopen we erheen, zodat we een mooi uitzicht hebben over de stad. Omdat ik foto's van de zonsondergang wil maken, moet het fototoestel en het statief mee. Als een klein pakezeltje loopt Rik naar boven, want voor mij is het natuurlijk veel te zwaar om dat allemaal naar boven te dragen! Als we eindelijk boven aankomen, is het bewolkt geworden en van een zonsondergang is weinig meer te zien. We hebben een mooi uitzicht over de blauwe huisjes van de stad, maar zonder het statief gebruikt te hebben, gaan we weer naar beneden.

Als we 's avonds in een achteraf straatje van de medina lopen, spreekt een man Rik aan. Hij wil "the lady" wel kopen en wijst naar mij. Verbaasd kijken we elkaar aan. Als de man vijf kamelen en een schaap biedt, twijfelt Rik zichtbaar. Ik trek een pruillip, want ik wil hier echt niet achterblijven! Rik schudt zijn hoofd naar de man. Zes kamelen dan?! Weer zie ik Rik twijfelen. Snel probeer ik er een traan uit te persen. Het werkt! Na lang aarzelen schudt Rik weer weinig overtuigend zijn hoofd. De man druipt teleurgesteld af. Als we verder lopen zegt Rik: " voor zeven kamelen had ik je wel verkocht!" Hmm, ik vraag me af of het iets te maken heeft met het voor niets de berg oplopen met al die zware spullen?!

Wanneer Rik slaapt, smeer ik opnieuw wat van het spul uit het flesje op zijn hoofd. Ik wacht weer af, maar opnieuw helemaal niets. Het enige wat ik zie is mijn eigen weerspiegeling. Ik probeer nog over het flesje te wrijven, in de hoop dat er iets uit komt, net zoals bij Aladdin, je weet maar nooit! Maar weer niets. Enigzins teleurgesteld gooi ik het flesje in de prullenbak.

Na wat rommelen met waar we heen willen en hoeveel nachten, besluiten we de volgende dag naar Fes te gaan. De Tomtom en Hermien liggen elkaar niet zo, hij wil Hermien weer over onverharde wegen sturen. Hermien is daar niet zo van gediend, dus blijven we op de doorgaande weg. Om de zoveel kilometer is er een politiecontrole, tot nu toe mogen wij echter altijd doorrijden. Totdat we vlak voor Fes toch aan de kant moeten. We moeten de autopapieren ergens onderuit een tas vissen en Rik moet zijn rijbewijs laten zien. "Weet je waarom ik je heb gestopt?" vraagt de agent. "Euh, doen mijn lichten het niet?" probeert Rik, terwijl hij net heeft ingehaald bij een doorgetrokken streep. "Nee, je reed over de streep" Oeps! Gelukkig weten we wat ons te doen staat; de domme toerist uithangen! Rik doet of hij het niet begrijpt, en lacht vriendelijk naar de agent. Ik doe ook mijn best, en knipper een paar keer met mijn ogen. Blijkbaar komen we overtuigend over, want de agent lacht vriendelijk: "It's no problem", en we mogen weer verder. Dat ging makkelijk! We discussiëren nog even over de vraag door wie we er zo makkelijk van af komen, maar als we in Fes aankomen zijn we het nog steeds niet eens.

Fes is alweer de vierde koningsstad die we aandoen, en opnieuw is de medina een groot doolhof. We eten hier kameel en bezoeken de leerlooierijen, waar looiers nog steeds op een middeleeuwse manier huiden bewerken. Het leer wordt bewerkt met duivendrek en gekleurd in grote vaten verf. De stank is ongelofelijk en er wordt geprobeerd dit te verhullen met takjes munt. Wat uiteraard totaal niet werkt.

Hierna is het is tijd om wat te gaan eten, en omdat de weg zo moeilijk te vinden is, gaan we naar de eerste plek die we zien. Rob Geus zou er waarschijnlijk niet vrolijk van worden, maar volgens Rik krijg je van een beetje viezigheid juist weerstand! Voor de zekerheid nemen we terug in het hotel wat preventieve Norit in. Just to be sure!

Vanuit Fes is het een lange rit naar Merzouga, waar we de woestijn gaan in trekken. Hoe dichter we bij de woestijn komen, hoe zenuwachtiger Rik wordt. "Moeten we nog wat extra water halen? Ik denk het niet aangezien Rik inmiddels 15 liter water in de kofferbak van Hermien heeft verzameld. Na ruim 8 uur rijden door de bergen van de atlas komen we aan bij Hamid. Hamid's vrouw is al druk aan het koken voor ons. We eten lekkere tajine met balletjes en ei.

De volgende dag is het tijd om de woestijn in te trekken. En waarop kan dat beter dan een dromedaris! Op "Hamel the camel" gaan we de woestijn in, samen met Hassan, die de twee dromedarissen een beetje in het gareel moet houden. Hamid geeft ons nog een pannetje eten mee, want in de woestijn moet je natuurlijk ook eten. De dromedaris waar ik op zit, heeft een beetje een scheve bult. Ik vind het een beetje sneu voor Hamel, en ik probeer de bult een beetje terug te duwen. Het werkt niet. "Hassan!, Hamel moet water hebben. Zijn bult staat scheef! Maar volgens Hassan staat de bult altijd scheef. We hobbelen wat door de woestijn, en het lijkt of we heel ver van de bewoonde wereld zijn, totdat Hassan telefoon krijgt, en even gaat staan bellen. Blijkbaar toch niet zo ver!

Na anderhalf uur komen we aan in het kamp, waar we vannacht gaan slapen. Het bestaat uit een tent voor ons, en een tent voor Hassan. "Hassan!, where is the toilet?" probeer ik nog. Hassan wijst: "in desert". Ik kijk, maar ik zie niks. "Natural" zegt Hassan nog. "Hassan!, what about snakes?" Hassan schudt zijn hoofd, maar ik ben er niet zeker van dat dit ook daadwerkelijk betekent dat er geen slangen zijn.

Hassan vindt dat ik er Marokkaans uitzie, dus word ik omgedoopt tot Fatima Tajine. Inmiddels is het donker geworden, en eten we wat tajine met kip bij het kaarslicht. De maan schijnt echter zo fel, dat je ook zonder kaars voldoende ziet. Hassan maakt een vuur, en we spelen muziek op wat trommels. Fatima tajine kan echter niet zo goed maat houden, dus die houdt het dan ook al snel voor gezien.

Als we boven op een duin naar de sterren kijken, valt mijn oog op iets. Bovenop Rik's hoofd, zie ik drie haren. Voorzichtig voel ik eraan. Ze zijn echt! Het spul uit het flesje werkt dus toch! Ik heb spijt (als haren op mijn hoofd) dat ik het flesje heb weggegooid, maar het zijn toch maar mooi drie haren! Jan Vayne, eat your heart out!

P.s. Als Rik binnenkort alleen terug komt, is Fatima Tajine verkocht voor zeven kamelen!

50 shades of...

"Hier, ver weg, waar wij zijn is 't zinderend warm, zie je zanderig veel woestijn. Als je steelt knijpt men hier even hard in je arm. Dat doet pijn, maar ach, 't is hier fijn...."

Aladdin

Het riad (een herenhuis gebouwd om een patio) in Marrakech belooft dat je je zal wanen in het sprookje van 1001 nacht. Bij aankomst blijkt het eerste sprookje Alice in wonderland te zijn. Het riad bevindt zich in een lange steeg, met verschillende kleine deurtjes. Op goed geluk kloppen we ergens aan, en na drie keer proberen is het eindelijk raak. Binnen dient onmiddelijk het volgende sprookje zich aan: sneeuwwitje en de zeven dwergen. De kamer is precies even groot als het bed en de spiegel hangt zo laag, dat je alleen je navel kunt zien. Echter is gebrek aan ruimte nooit een probleem, en hebben we van Ayka geleerd dat dit enkel leidt tot innovatieve oplossingen.

In Marokko is het de gewoonte om te pas en te onpas muntthee te drinken. De thee wordt geserveerd met een bakje ernaast. Dit is om je tanden in te leggen, aangezien er in het kleine glaasje thee ook 2,5 kilo suiker is opgelost. Ik begrijp nu eindelijk die reclame met Nicolette van Dam, waarin zij op bezoek gaat bij haar moeder. Nicolette zegt dan met zeurderig stemmetje tegen haar moeder: " ik heb mijn eigen thee meegenomen hoor mam!". Nicolette is helemaal niet verwend, Nicolette is geniaal. Haar moeder gaf haar natuurlijk de hele tijd Marrokaanse muntthee met 2,5 kilo suiker! Voortaan doe ik net als Nicolette en neem ik overal mijn eigen thee mee naar toe! Gelukkig vertelt Nicolette ook nog even waar ik de thee kan kopen; in de supermarkt! Thanks Nicolette, daar was ik zelf nooit opgekomen!

Place Jemaa el Fna is het centrale plein in Marrakech. Op het plein vind je verhalenvertellers, een tandarts met een tafel vol getrokken tanden en kiezen, waar hij kunstgebitten van maakt (voor als je te veel muntthee hebt gedronken) en slangenbezweerders. De slangen hebben waarschijnlijk iets te veel van het nummer 1 exportproduct van Marokko gesnoept (hasj), want ze bewegen nooit. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de slangenbezweerders uitzonderlijk goed zijn in hun vak. Zodra het donker begint te worden, wordt het plein vol gebouwd met allemaal kleine eetstalletjes, voorzien van een nummer. Omdat het er heel veel zijn, en ze nagenoeg hetzelfde verkopen, proberen de verkopers zich te onderscheiden door verkoopspreuken te roepen. De standaard spreuken als: "best food" en "very cheap" zijn veel gehoord. Al iets beter is: "one-one-seven, brings you to heaven" en vooral niet naar de buurman gaan, want: "one-one-eight is always late". Maar verreweg de allerbeste, en met stip op nummer 1, is de verkoper die roept: "no diarrhea guaranteed!". Yes, dit is dus precies wat we zoeken! Ik ben benieuwd of er ook "niet goed, geld terug garantie" op zit, en of je het ook moet bewijzen indien het niet goed is!

's Avonds dient het volgende sprookje zich aan. De eigenaresse van het riad houdt van chatten, de hele dag heeft ze een koptelefoon met microfoon op en chat ze met mannen. Wij kunnen overal van meegenieten. 's Middags is het nog vrij onschuldig, ze stelt vragen als: "Do you like cooking? " en "Where do you live?". Maar 's avonds gaat ze los: "You are talking so dirty to me!". Zelfs repelsteeltje weet het beter geheim te houden. "Niemand weet...niemand weet...dat ik webcam-date! Helaas...toch wel!

Tijd om de rode stad Marrakech achter ons te laten. Omdat Herman (het blauwe Alto'tje) net niet in het vliegtuig paste, moeten we op zoek maar Herman 2. Ik heb maar 1 eis: geen handrem in de vorm van een vaag knopje (wie heeft dat ooit bedacht?!) en Rik heeft ook 1 eis: Herman 2 moet de hele weg blijven rijden. Het wordt dan ook de goedkoopste auto die er is. Het is een meisje, dus ze is omgedoopt tot Hermien. In Hermien gaan we verder naar de witte stad Rabat. De verkeersregels in Marokko zijn bijna hetzelfde als in Nederland, alleen de uitvoering is anders. Zebrapaden zijn voor de sier, net als de lijnen op het wegdek. Er lopen ezels over de weg en op de snelweg steken ook voetgangers over, gewoon omdat ze toevallig aan de overkant moeten zijn. Daarnaast staan bij elke rotonde minimaal 4 agenten, ook voor de sier.

In Rabat verblijven we in een geweldig riad. Benoit de Fransman heet ons welkom. Benoit verblijft hier al enkele jaren, wat we duidelijk kunnen zien aan zijn tanden (te veel muntthee). Benoit heeft de gewoonte om alle extra informatie fluisterend te zeggen. Zo zegt hij bijvoorbeeld: "welcome to Rabat" en dan fluisterend: "capital of Morocco" of "turn the key to the right" fluisterend: "not to the left".

De volgende ochtend zitten we buiten, in het zonnetje op het dakterras van het riad, als Bernoit ons, ons ontbijt brengt. "Here's your omelette" zegt hij, uiteraard fluisterend, aangezien wij allang hadden gezien dat dit een omelet is! Wij vinden Bernoit een aardige kerel, fluisterend: "maar wel een beetje raar!

In anderhalf uur brengt Hermien ons vervolgens naar Meknes, de stad die voornamelijk bestaat uit gele huizen. We doen onze intrek wederom in een riad, en deze is zo kitscherig, dat het pijn doet aan je ogen! Alles is betegeld in mozaïekmotief en wat niet betegeld kon worden is oranje of paars. Het matje in de douche heeft een luipaardenprint, en de handdoeken hebben alle kleuren die je maar kunt bedenken. Top!

Het is al avond als we aankomen en Rik heeft in de Rough Guide wel een leuk restaurant gevonden. Het is vlakbij, we hoeven alleen maar de hele medina door, lees: een doolhof van allerlei kleine steegjes en smalle straatjes. Voor de zekerheid vragen we het nog even na in het riad, we moeten links, dan rechts en dan rechtdoor. Als we buiten staan, zijn we binnen drie meter verdwaald. "Was het nou links of rechts?" Rik loopt stug door, we zijn er vast bijna! Na een half uur rondlopen weet hij het blijkbaar niet meer zo zeker, en gaat de weg vragen. De oude man weet wel waar het is, en loopt met ons mee er naar toe, ondertussen druk vertellend over alle familie die hij in Nederland heeft wonen. We hebben een half uur rondjes om het restaurant heen gelopen!

Na het eten moeten we natuurlijk ook weer terug. Ik was even vergeten dat het hier allemaal om sprookjes draait, en ik ben op de heenweg vergeten kruimels te strooien. Drie meter van het restaurant vandaan zijn we opnieuw verdwaald. We belanden midden in een soort bruiloftstoet, inclusief trommels, cadeau's en een (nog) levend schaap. Omdat we toch verdwaald zijn, en het er wel leuk uitziet, volgen we de stoet een tijdje. Even later zien we een optocht met een kameel, en we volgen dat ook een tijdje. Nu zijn we helemaal verdwaald en vragen uiteindelijk de weg aan een agent, die staat er immers toch maar voor de sier. De agent vindt de weg terug veel te ver en te gevaarlijk, we kunnen beter met de taxi gaan. Nou zijn wij de beroerdsten niet: dus vooruit we gaan wel met de taxi. De agent houdt een taxi voor ons aan, vertelt de chauffeur waar wij naar toe moeten, en schreeuwt tegen de man dat hij zijn meter aan moet doen. Vervolgens kruipt hij nog even bij ons op de achterbank en legt uit dat we moeten betalen wat er op de meter staat, hoeveel het ongeveer zal zijn en dat we toch vooral niet meer moeten betalen dan dat. Oke, oom agent! Onderweg vertelt de taxichauffeur dat de plek waar wij naar toe gaan gevaarlijk is, en dat we goed op moeten letten! Hij benadrukt dit nog een keer als we uitstappen. We lopen weer de smalle steegjes van de medina in en letten goed op. Er gebeurt echter vrij weinig en we gaan nog even een fles water halen, die we vervolgens gratis mee krijgen. Blijkbaar moeten we vooral opletten dat we niet te veel gratis spullen krijgen!

De volgende morgen gaan we weer de medina in en bij daglicht verdwalen we slechts 1 keer. We vinden uiteindelijk wel wat we zoeken, namelijk een overdekte groente en fruitmarkt en een markt met vis en vlees. Nietsvermoedend loop ik over de markt, tot ik ineens bijna struikel, ik kijk achterom en zie waarover ik bijna ben gestruikeld: een afgehakt koeienhoofd! Verderop liggen er nog veel meer, en niet veel later waden we tot onze enkels in het koeienbloed. De resten van de koeienlichamen worden door mannen op hun schouder gedragen en verder in stukjes gehakt. Aan het eind van de markt vegen we onze schoenen zo goed mogelijk af, want we gaan weer verder! We gaan naar Chefchaouen (spreek dat maar eens uit!) en deze stad is.....blauw!

Onderweg stoppen we bij Volubilis, een oud romeins dorp. We bekijken wat oude stenen, maar niet al te lang want zoals de Amerikaan die we daar tegen komen het treffend zegt: "It's just a pile of rocks".

Onderweg naar Chefchaouen laat de Tomtom het even afweten, maarja het is dan ook slechts een "hulpmiddel". We rijden dwars door een markt om vervolgens via onverharde bergweggetjes ons pad te vervolgen. Hermien houdt dapper stand, maar dit kan nooit de bedoeling zijn en de Lindalinda neemt het dan ook maar over van de Tomtom. Kaartlezen blijkt mijn specialiteit, we zitten zo weer op de doorgaande weg en niet veel later komt Chefchaouen al in beeld, in 50 tinten....juist! BLAUW!